Rogge
Herkomst:
Rogge wordt sinds 4000 voor Christus geteeld, eerst in de regio van de Zwarte Zee en later ook in het westen van Europa.
Teelt:
Naast de geringe eisen aan ondergrond en klimaat onderscheidt het gewas zich door resistentie tegen schimmelinfecties en dierlijke plagen.
Gebruik:
Rogge wordt gebruikt voor het bakken van roggebrood, knäckebröd pepernoten en ontbijtkoek. Rogge wordt ook aan degen toegevoegd om het brood steviger van structuur te maken. Roggemeel bevat minder gluten dan tarwemeel waardoor het minder goed rijst.
Voedingswaarde:
Rogge staat bekend om zijn hoge vezelgehalte , met 15% is het vezelgehalte zo’n 3% hoger dan in tarwe. Vezelrijke voeding is goed voor onze darmwerking. In vergelijking met andere granen bevat rogge minder koolhydraten (54% i.p.v. 60 á 70%) De korrels bestaan gemiddeld uit zo’n 9% eiwitten en 2% vetten. Rogge is bovendien een bron van B-vitaminen en mineralen.
Herkomst:
Haver komt waarschijnlijk uit het Midden-Oosten. Het is zo’n 3-4000 jaar geleden in Noordwest Europa door de mens ontdekt om als voedsel te worden gebruikt.
Teelt:
Haver heeft een voorkeur voor een gematigd klimaat met veel neerslag. Door het vaste kaf om de korrel onderdrukt haver de meeste graanplagen.
Gebruik:
Nadat de haverkorrels zijn ontdaan van hun kaf, worden ze gewalst en in de vorm van havervlokken gebruikt in voedingsmiddelen zoals havergrutten en havermout. Haverbrood kan alleen gemaakt worden in combinatie met een andere graansoort.
Voedingswaarde:
Haver is een voedzaam en vezelrijkproduct. De zemel van de korrel bevat een speciaal soort voedingsvezel: de beta-glucanen die inmiddels bekend zijn om hun cholesterolverlagende effect.
Daarnaast bevat haver aanzienlijke hoeveelheden vitamines en mineralen zoals kalium, fosfor, magnesium en vitaminen B1 en B5